jaarthema 2024/2025:
Leiderschap in een snel veranderende  samenleving

Jaarlijks kiezen we een thema als input voor een managementvraagstuk voor elk team. Het inhoudelijk programma van sprekers, inleiders, en ook opdrachtgevers en opdrachten wordt hierop jaarlijks aangepast. Door onderzoek te doen van een management vraagstuk ontstaat er inzicht in organisatie, (eigen) leiderschap en verandering.

In deze Bosno management leergang leren we de dynamiek en complexiteit te begrijpen van organisaties in hun context.  Hierdoor ontwikkel je een aantal cruciale managementcompetenties, vanuit het begrip contextueel leiderschap, o.a.:

  • strategisch denken en handelen

  • systemisch kijken naar organisatie en samenwerkings relaties, en de succesfactoren voor jouw organisatie en je eigen positie daarin.

  • inzicht in jouw rol en houding als manager om effectief leiding te kunnen geven.

  • inzicht en repertoire wat nodig is bij het implementeren van verandering. 

De wereld is fundamenteel veranderd en de impact van ontwikkelingen op gebied van klimaat, technologie en globalisering op de economie en onze organisaties is onontkoombaar. Voor veel organisaties betekent dit tijdperk onzekerheid voor de toekomst. Dit vraagt om nieuwe vormen van besturing en leiderschap, die passen bij complexe dynamiek.

Leiders van de toekomst zullen over een andere mindset en competenties moeten beschikken, om effectief om te gaan met de condities van de nieuwe tijd. Zij zullen ook vaak minder expliciet als ‘leiders’ worden aangemerkt en gedifferentieerd, maar vooral stimulerend en ondersteunend acteren als een natuurlijk onderdeel van dynamische netwerken. Zicht op en aandacht voor de context is essentieel.

 

Contextueel Leiderschap: Een nieuw leiderschapsprofiel in een complexe context. 

De wereld is fundamenteel veranderd en de impact van maatschappelijke trends en politieke verschuivingen zijn onontkoombaar. Globalisering, digitalisering en technologische expansie zijn een volgende fase ingegaan en het effect van klimatologische, sociale, demografische en ethisch-morele ontwikkelingen valt, zeker in hun combinatie, moeilijk te voorspellen.

We beleven niet alleen een transitie van productie- en dienstverlening naar een kennis- en innovatie-economie, maar we leven ook in een samenleving waarin oude zuilen, zekerheden en instituties verbrokkeld zijn en ieder mens zijn eigen weg zoekt, op zoek is naar overzicht en houvast. Volgens Rotmans (2014) is het ‘geen tijdperk van verandering, maar een verandering van tijdperk’.

Voor veel organisaties betekent dit tijdperk onzekerheid voor de toekomst. We moeten doordenken wat dit betekent voor volgende generaties. Is het bedrijfsmodel houdbaar, hoe moet een belastingstelsel eruit zien, dat zowel ‘groen’ is, en ongelijkheid bestrijdt. Wat betekent duurzaamheid, leefbaarheid en sociale cohesie? Hoe wordt er omgegaan met landbouw, industrie, publieke voorzieningen? Hoe uitvoerbaar zijn beleidsvoornemens? Hoe kun je de goede mensen behouden of aantrekken? Zit je in de juiste netwerken?

Deze tijd biedt kansrijke perspectieven, zaken die mogelijk worden door creatief en innovatief gebruik te maken van alle mogelijkheden die er zijn, door samen te werken, kennis te delen, processen nieuw in te richten en technologieën te combineren. Voorbeelden zijn blended learning, e-health en e-governance, 3D, Big Data, internet of things en AI.

Tegelijkertijd zie je dat de grenzen tussen organisaties vervagen en dat er steeds meer in ketens, allianties en netwerken wordt samengewerkt. Dit alles leidt niet alleen tot een sterke toename van het aantal en de diversiteit van zaken, maar ook van de dynamiek, diffusiteit en onvoorspelbaarheid ervan. Complexe vraagstukken kunnen niet slechts worden gezien in termen van enkelvoudige oorzaken en oplossingen. Het speelveld wordt niet alleen groter, maar ook complexer.

Vanuit die complexiteitsgedachte ontstaat een nieuwe blik op besturing en leiderschap. We leven immers niet meer in een wereld waarin begrensde organisaties louter hun eigen, vooraf vastgelegde output moeten realiseren, maar in een beweeglijke en veel minder voorspelbare werkelijkheid.

Dit vraagt om nieuwe vormen van besturing en leiderschap, die beter passen bij deze complexe dynamiek dan de klassieke ‘command and control’-managementbenaderingen die nog voortkomen uit het industriële tijdperk. Samenwerking, adaptatie en innovatie zijn belangrijke succesfactoren.

Dit wil overigens niet zeggen dat alles even dynamisch, beweeglijk en adaptief wordt. Er zijn en blijven activiteiten waarin stabiliteit en eenduidigheid (soms letterlijk) van levensbelang is, zoals een operatiekamer, backoffice, laboratorium of fabriek. De pluriformiteit van organisatievormen neemt toe, ook onder één dak.

Voor leiders betekent dit een andere vorm van besturing en leiderschap, dan de vorm waarin vorige generaties managers zijn gevormd en opgeleid. Leiders zullen dan ook over een andere mindset en competenties moeten beschikken, om effectief om te gaan met de condities van de nieuwe tijd.

Zij zullen ook vaak minder expliciet als ‘leiders’ worden aangemerkt en gedifferentieerd, maar vooral stimulerend en ondersteunend als een natuurlijk onderdeel van dynamische netwerken.

Voor grote ego’s is daarin geen plaats meer. Voor organisaties geldt dat zij zowel steeds sterker afhankelijk als verbonden zullen zijn met hun omgeving, in (formele en informele) netwerken, net als hun dragende professionals die behoorlijk autonoom in het eigen systemen acteren, intern maar vooral ook over de organisatiegrenzen heen.

Leiders acteren dan ook niet meer alleen in het eigen domein, maar maken (bewust en onbewust) deel uit van allerlei grotere systemen. Naast eigen kennis en visie is een ontvankelijk zicht op de omgevingsfactoren van belang: met een open mind en een brede blik vraagstukken kunnen doorgronden in meervoudigheid en multi perspectief, en het vermogen om die complexiteit ook weer operationeel en praktisch hanteerbaar te maken. Wij noemen dit: contextueel uitzicht op een maatschappij die steeds nadrukkelijker meekijkt.

Leiders van de toekomst zullen minder kunnen leunen op een afgebakende structuur en hiërarchie en meer moeten acteren vanuit een brede, beweeglijke context. Daarnaast wordt leiderschap steeds minder de exclusieve taak van een specifiek individu (de ‘leidinggevende’) en meer een set van activiteiten die je ook gezamenlijk kunt aanpakken. Dat vraagt om bescheidenheid, souplesse en het vermogen om daadwerkelijk macht te delen, zonder buitenspel te komen staan.

In de colleges van de Bosno management leergang leren we de dynamiek en complexiteit te begrijpen en onderzoeken we de kwaliteiten die passen bij leiderschap voor vandaag èn morgen. De daar opgedane kennis biedt handvatten voor de management opdracht waar je in de leergang aan werkt, èn je kunt ze direct toepassen in je eigen werksituatie.